Brand Zevenhuizen.

Terug naar index.
Februari  2023.
Van de boerderij aan de Zevenhuisterweg te Ried, die vannacht uitbrandde, bleven alleen de “foarein” staan en de muren van het voormalige bedrijfsgedeelte, waarin drie gezinnen woonden.
 
Leeuwarder Courant 1 februari 1967
 
Vannacht om half één:
 
Vier bejaarden dakloos door felle brand in Ried
 
 
Vannacht heeft een korte, maar felle brand gewoed te Sawnhúzen onder Ried, ten gevolge waarvan drie gezinnen met in totaal vier personen dakloos zijn geworden. Het door de brand verwoeste pand is het bedrijfsgedeelte van een voormalige boerderij, dat door verbouwing geschikt was gemaakt voor bewoning. De “foarein” van de boerderij, waarin ook nog een gezin met drie kinderen woonde, kon behouden blijven.
 
De brand werd omstreeks half één vannacht ontdekt door de bewoner van “de foarein” de heer D. Scheen, of beter gezegd: door diens vrouw. Het echtpaar had zich nog maar een half uur ter ruste begeven toen mevrouw Scheen wakker werd vanwege een klapperend geluid. Men meende eerst dat de wind speelde met een gesloopte auto, die naast de voormalige boerderij stond, maar de heer D. Scheen, die stucadoor van beroep is, stond op en kwam alras tot ontdekking, dat er brand was uitgebroken. Zijn zolder stond al vol rook en snel alarmeerde hij zijn drie kinderen, twee jongens van twaalf en negenjaar en een meisje van zeven. Hij liep om de boerderij heen en constateerde dat de brand het felst was aan de zuidkant en waarschijnlijk zou zijn ontstaan in de werkplaats van loodgieter A. Draaisma uit Ried, die meteen achter de brandmuur van de woning van de familie Scheen ligt.
 
Inmiddels breidde het vuur zich snel uit. Aan de zuidkant woonde nog de 73-jarige weduwe G. Scheen-Visser, de moeder van de stucadoor en verder stond daat een woongedeelte leeg. Dat is het eigendom van de heer J. Dijkstra uit Amsterdam, die het als weekendwoning in gebruik heeft. Aan de andere kant van de boerderij aan de noordkant dus, stond meteen achter de woning van de heer Scheen diens garage en werkplaats. De eigenaar zag nog kans zijn auto in veiligheid te stellen en reed er mee naar de heer Draaisma in het dorp, die de brandweer van Franeker waarschuwde.
 
Naast de garage en werkplaats van de heer Scheen woonden de 72-jarige heer A. van Veen en zijn echtgenote. Ook zij konden zich met behulp van anderen in veiligheid stellen. Alle bewoners verlieten de brandende boerderij in nachtgewaad en op blote voeten. Naast de familie Van der Veen woonde de 68-jarige heer D. Kikstra. Ook hij kon op tijd zijn huis verlaten. De bewoners werden hierbij geholpen door stucadoor Paulus Kooistra, die aan de Zevenhuisterweg tussen Ried en Sawnhúzen woont. Het licht in de woning was toen al uitgevallen.
 
Hoe de brand is ontstaan, is niet bekend. De zuidelijke kant van de boerderij werd het ergst getroffen door de brand. Van de inboedel kon zo goed als niets worden gered. Een wonder is het, dat het marmotje van de negenjarige Pier Scheen, dat in de garage van zijn vader in een hokje was ondergebracht, de brand heeft overleefd. Het diertje mankeerde wonder boven wonder niets. Aanzijn mooie velletje was geen schroeiplekje te zien.
 
De brandweerlieden uit Franeker, die zeer snel ter plaatse waren, stonden min of meer machteloos. De sloten gaven geen water en de slangen op de enige brandkraan kregen niet voldoende druk. Er werd door de brandweerlieden krachtig aangepakt, zo verklaarden de bewoners, die meteen allen gastvrij door de buurtgenoten in hun huizen werden opgenomen. Mede dankzij de brandmuur kon de woning van de heer Scheen behouden blijven. Alle bewoners van de afgebrande huizen waren eigenaars en hadden hun eigendommen verzekerd. De brand ging gepaard met hevige knallen, die werden veroorzaakt door ontploffende gasflessen.
 
Stichting Oud Ried